Monique Vogelzang – ‘Hoe kan de politie de noodzaak van inclusie overbrengen aan de cultuursector?‘

Hoe kan de politie de noodzaak van inclusie overbrengen aan de cultuursector? 

Luister hier naar het antwoord van Monique Vogelzang op de vraag van Bright Richards via jouw favoriete podcast app:

Monique Vogelzang – Directeur-Generaal Politie en Veiligheid bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid – krijgt in Ask it Forward #28 een vraag voorgelegdwaarin haar oude en nieuwe wereld samen komenTijdens haar studie kunst- en cultuurwetenschappeen later als topambtenaar bij het ministerie van OCWwerkte ze op verschillende manieren aan inclusie in de cultuursector. Nu doet ze dat opnieuw inclusie binnen het domein Politie en Veiligheid. Twee ogenschijnlijk verschillende werelden, die Monique aan de hand van de gedichtenbundel Debriefing van Ester Naomi Perquin op persoonlijke wijze onder de loep neemt. Luister nu naar haar boeiende blik op de vraag die Bright Richards haar stelde. 

De kunst

Gekozen kunstwerk: gedicht Debriefing van Ester Naomi Perquin uit de bundel Lange Armen, gedichten over de politie. In de podcast, draagt Monique het gedicht voor. 

De kern

  • De politiewereld is een aparte wereld die continue zoekend is naar de vraag: hoe maak je de verbinding? Voormalig korpschef Erik Akerboom maakte daarvoor ook gebruik van ‘andere talen’. Poëzie is zo’n andere taal. Zo is de gedichtenbundel van Ester Naomi Perquin tot stand gekomen.  
  • Perquin vroeg zich in de eerste instantie af ‘wat moeten de politie en ik nu met elkaar?’ Maar gaandeweg komt ze erachter, dat poëzie en politiewerk toch heel dicht bij elkaar ligt. 
  • Politiewerk komt heel dichtbij mensen, net zoals poëzie. Daar raakt het elkaar. Ook wanneer het gaat over het voelen van noodzaak, dat komt terug in deze bundel. 
  • De vraag van Bright is eigenlijk de eerste vraag waarmee ik tijdens mijn studie kunst en cultuurwetenschappen aan de slag ging. Ik kwam ik in de jaren 90 in contact met gemeente Rotterdam. De samenstelling van de bevolking veranderde toen sterk. Ik wilde heel graag weten ‘Wat betekent dat nu voor het cultuurbeleid?’ …We zijn toen een dialoog aangegaan met cultuurinstellingen in de stad.  
  • De noodzaak van inclusie wordt bij de politie op een ander manier gevoeld (dan in de cultuursector, red.). Omdat men zelf als organisatie vindt: ‘wij moeten een vertegenwoordiging zijn van die samenleving’. Dat speelt veel minder binnen de cultuursector. 
  • Je merkt het wanneer het individuele maakproces van een kunstenaar het startpunt is of wanneer het gevoel ‘maar wat doe ik voor de maatschappij?’ dat is.  
  • Cultuur heeft absoluut een breed bereik. Maar als het vertaald wordt in beleid, of in prioriteit, heeft het toch de neiging een economisch vertaling te krijgen. Veel meer dan bijvoorbeeld in Duitsland het geval is. Daar is cultuur niet iets erbij, maar onderdeel van het leven.  
  • Voor mij is cultuur de vele mogelijkheden die we hebben om ons enerzijds te uiten, anderzijds een beeld aan elkaar te geven, unieke situaties inzichtelijk en begrijpelijk te maken.  
  • Ik vind het ontzettend mooi als er samenwerkingen plaatsvinden tussen de cultuursector en andere sectoren, die ogenschijnlijk niets met elkaar te maken hebben. Dat slaat bruggen, omdat het een andere manier is om te kijken naar hetzelfde vraagstuk.   
  • In met kunstenaars werken aan maatschappelijke vraagstukken, zie ik ontzettend veel meerwaarde. Dat zie ik bij de politie. Maar dat zag ik ook bij het onderwijs en in het toezicht. Je hebt gewoon vraagstukken waar het gewoon ontzettend fijn is om vanuit andere disciplines te onderzoeken wat de bedoeling is. 
  • We hebben nu een soort gedwongen experiment gehad met cultuurgebouwen, waar je niet heen kon en waarbij je toch verbinding probeert maken. Daar zie je dat de cultuursector heel verschillend mee omgaat.  \
  • We hebben voor de (gesubsidieerde) cultuursector wel een hele systematische aanpak. Dat systeem van elke vier jaar opnieuw aftasten hebben we met elkaar gebouwd. Dat heeft ook invloed op de manier waarop de sector de noodzaak van inclusie ervaart. 
  • De politie is een familie-organisatie. Het gaat over veiligheid. Je moet op elkaar kunnen vertrouwen, omdat je als je buiten in gevaarlijke situaties terechtkomt, je altijd moet kunnen vertrouwen op de partner waar je mee werkt. Dat maakt een enorme hechte verbintenis. Daar sluipen ook patronen in. Ook van uitsluitingsmechanismen. 
  • Het vermogen om anders denkenden of mensen die anders zijn op te nemen, is een taak in zichzelf. Dat heeft met cultuur te maken. 
  • ‘Hoe moeten wij meebewegen met dat wat de samenleving eigenlijk van ons vraagt?’ is de vraag die de politie zichzelf voortdurend stelt. 
  • Wat ik ontzettend knap vind en wat uniek is aan onze Nederlandse politie – ook in internationaal perspectief – is de preventie en de-escalatie kant. Wij proberen repressie zo lang mogelijk uit te stellen. We willen het aan de voorkant oplossen. Ook de verbinding in de wijk typeert ons. 
  • ‘Ken jij situaties waarin kunstinstellingen de politie vragen om hen te helpen bij inclusiever worden?’ Nee, eigenlijk niet… 
  • Wat het lastig maakt is dat de cultuursector zo versnipperd is. 
  • Het gevoel dat er een urgentie is om te werken aan inclusiviteit maakt dat je op zoek gaat naar: ‘hoe dan?’ En daar dan hulp bij durven vragen.